Vraag 1 van 10
aandoen - presens: Scheidbaar werkwoord. Zij/hij + ? ... ?
Vraag 2 van 10
voorspellen - imperfectum: Onscheidbaar werkwoord. Onregelmatig werkwoord!
Vraag 3 van 10
terugbrengen - perfectum: Scheidbaar werkwoord. Hulpwerkwoord + participium
Vraag 4 van 10
invullen - presens: Scheidbaar werkwoord. Wij + ? ... ?
Vraag 5 van 10
uitgeven - imperfectum: Scheidbaar + onregelmatig werkwoord!
Vraag 6 van 10
uitslapen - perfectum: Scheidbaar werkwoord. Hulpwerkwoord + participium
Vraag 7 van 10
aflopen - presens: Scheidbaar werkwoord. Het verhaal + ? ... ?
Vraag 8 van 10
onderzoeken - imperfectum: Onscheidbaar werkwoord. Verleden tijd
Vraag 9 van 10
aanraden - perfectum: Scheidbaar + onregelmatig werkwoord!
Vraag 10 van 10
aankomen - presens: Scheidbaar werkwoord. De trein + ? ... ?